Wat hield Pythagoras’ onderwijs precies in? Welke fases moest je doorlopen? Hoelang duurde de fase waarin je mocht studeren, en hoelang duurde de fase waarin je de opdracht kreeg te zwijgen?
Hoe screende Pythagoras kandidaat-leerlingen?
1 Welke methode of welk systeem gebruikte Pythagoras, en daarna de opvolgers van zijn filosofenschool, zowel voor de toelating als voor het onderwijs van zijn leerlingen?
2 Allereerst ἐφυσιογνωμονει hij de jongeren die zich aanmeldden voor zijn opleiding. Betekenis van dat [Griekse, red.] woord: het karakter en de manier van denken van mensen proberen af te leiden uit hun gelaatsuitdrukking, oogopslag, lichaamshouding en lichaamsbouw (0).
3 Zodra ze na zo’n screening werden goedgekeurd, werden ze toegelaten tot de school en kregen ze de opdracht gedurende een bepaalde tijd te zwijgen. De tijdspanne was niet voor alle jongeren dezelfde, maar verschilde naargelang de inschatting van hun intellectuele vermogens en snelheid van geest.
Eerst leren zwijgen
4 Zij die zwegen, luisterden naar wat anderen zeiden, maar het was strikt verboden om uitleg te vragen wanneer ze iets niet goed begrepen hadden of op te schrijven wat ze hadden gehoord. Elk van hen moest minstens twee jaar zwijgen. Tijdens deze fase van luisteren en zwijgen werden zij ἀκουστικοί genoemd [Nl. luisteraars; gehoorzame toehoorders, letterlijk: gewend aan stilte].
Dan mag je vragen stellen
5 Pas wanneer zij zichzelf het allermoeilijkste hadden aangeleerd, namelijk zwijgen en luisteren, en in dat stilzwijgen (ἐχεμυθία in het Grieks) tot slot ook bedreven werden, kregen ze de toelating om te spreken, vragen te stellen, te noteren wat ze hoorden, en daar hun mening over te geven.
6 Tijdens deze fase werden zij μαθηματικοί [Nl. 'studenten'] genoemd, wat ongetwijfeld te maken had met de wetenschappen die ze bestudeerden en beoefenden. Want de oude Grieken plaatsten de meetkunde, de gnomonica (1), de muziek en andere hogere studies onder de noemer μαθήματα [Nl. (mathematische) wetenschappen]. In de volksmond daarentegen gebruikt men ‘mathematici’ voor mensen op wie in feite de etnische term ‘Chaldeeën’ (2) van toepassing is.
Laatste fase
7 Zodra ze vertrouwd waren met deze wetenschappelijke disciplines, gingen ze verder met het bestuderen van natuurverschijnselen en natuurwetten. In deze fase ten slotte werden ze φυσικοί genoemd [Nl. natuurfilosofen].
Taurus' mening over 'de jeugd van tegenwoordig'
8 Dit alles vertelde mijn vriend Taurus (3) over Pythagoras. “Maar vandaag”, ging hij verder, “stappen onze jongeren onverhoeds en onvoorbereid (4) op filosofen af. En alsof het feit dat ze volstrekt ἀθεώρητοι [Nl. niet wetenschappelijk geïnteresseerd] zijn, ἂμουσοι [Nl. niet kunstzinnig] en ἀγεωμέτρητοι [Nl. onkundig in de meetkunde] nog niet voldoende is, schrijven ze zelfs voor op welke manier zij tot filosoof opgeleid willen worden.
9 Sommigen zeggen: “Leer mij eerst ‘s dit” en anderen, op dezelfde toon: “Dit wil ik leren, maar dat niet". De ene verlangt ernaar Plato’s Symposium te lezen vanwege Alcibiades’ dronkenschap, de ander de Phaedrus vanwege Lysias’ speech.
10 Oh Jupiter”, ging hij verder, “er zijn er zelfs die Plato willen lezen, niet om hun gedrag te verbeteren, maar om hun taalgebruik en hun manier van spreken te verfraaien. Ze willen zichzelf niet leren beheersen, ze willen anderen imponeren."
11 Dat is wat Taurus gewoonlijk zei, wanneer hij de hedendaagse studenten filosofie vergeleek met de oude studenten van Pythagoras.
De gemeenschappelijke pot
12 Maar ook wat volgt is belangrijk. Iedereen die door Pythagoras tot dit wetenschappelijk gezelschap werd toegelaten, gooide meteen zijn kapitaal en vermogen in de gemeenschappelijke pot en ging op in een onverbrekelijk bondgenootschap. Wat doet denken aan een deelgenootschap uit de oude tijd, in het Romeinse recht aangeduid met de woorden ercto et cito (5).
Noten bij de vertaling
(0) d.i. de fysiognomiek = leer dat men de mens kan kennen uit zijn gelaatstrekken of fysiek gestel (Van Dale, 2015). Volgens de ene was Pythagoras de uitvinder van de gelaatkunde, volgens de andere Hippocrates, een Grieks fysicus (470-375 v. Chr.).
(1) De gnomonica is de studie van de zonnewijzers. Een gnomon is de verticale stang waarvan de schaduw op een plat vlak valt, om de hoogte van de zon te bepalen, cf. zonnewijzer. Dat hij ook deze studie toevoegt aan het curriculum van Pythagoras, wijst wellicht op een verkeerde interpretatie van één van zijn bronnen, want de hoofdonderdelen van Pythagoras' curriculum waren meetkunde, muziek, wiskunde en sterrenkunde: Levy (1989)
(2) ‘Chaldeeën’ of ‘mathematici’ waren gebruikelijke termen voor astrologen in het oude Rome. In die tijd hechtte overigens bijna iedereen geloof aan deze pseudowetenschap.
(3) Aulus Gellius volgde een opleiding filosofie bij Taurus en heeft vele essays aan zijn leraar gewijd. Zie: andere vertalingen op deze blog.
(4) In het Latijn is 'met smerige voeten' (Lat. pedibus inlotis) spreekwoordelijk voor ‘onvoorbereid’.
(5) Wat betekent: een onverdeelde erfenis.
Literatuur
H.L. Levy, A Latin Reader for Colleges, (Chigago, 1989)
R. Marache, Aulu-Gelle. Les Nuits Attiques. Livres I-IV (Parijs 2002)
J.C. Rolfe, Aulus Gellius. The Attic Nights. Books I-V (Londen 1946)
Verder lezen?
Had Pythagoras een punt? Psychologe Valeria Sabater geeft antwoord in haar artikel Pythagoras's Discipline of Silence
Over Pythagoras en het fragment van Aulus Gellius:
Thomas Stanleys Pythagoras: His Life and Teaching, a Compendium of Classical Studies
Roger L. Cookes The History of Mathematics: A Brief Course
Pythagoras in de Stanford Encyclopedia of Philosophy
Comments