[Een essay] over de religieuze rituelen van de priester van Jupiter en zijn echtgenote; en dan nog een citaat uit het edict van de pretor [Lat. edictum praetoris] (1), waarin hij zegt dat hij noch de Vestaalse maagden, noch de priester van Jupiter zal dwingen een eed af te leggen.
1 De priester van Jupiter [Lat. flamen Dialis] moet voldoen aan heel wat religieuze voorschriften [Lat. caerimoniae], en er wordt hem ook veel verboden [Lat. castus]. Over dit thema las ik zowel in het boek Publieke priesters als in het eerste hoofdstuk van het boek van Fabius Pictor (2).
2 Hierbij de verboden die ik me nog kan herinneren:
3 Een priester die op een paard rijdt, pleegt heiligschennis.
4 Als een priester buiten de heilige grens van Rome [Lat. pomerium] (3) een glimp opvangt van een gewapend of 'slagvaardig' leger [Lat. classis procincta], pleegt hij heiligschennis. Daarom werd een priester van Jupiter zelden tot consul benoemd, toen oorlog voeren nog aan consuls werd toevertrouwd.
5 Ook mag de priester van Jupiter geen eed afleggen.
6 Verder mag hij geen ring dragen, tenzij een ring zonder steen die geperforeerd is [Lat. annulus pervius cassusque] (4).
7 Men mag geen vuur uit de 'flaminia', d.i. het huis van de priester van Jupiter, naar buiten brengen, tenzij voor een religieus ritueel.
8 Als een man in boeien zijn huis betreedt, moet hij bevrijd worden. En de boeien moet men door het impluvium (5) naar het pannendak trekken en vandaar, naar buiten op straat gooien.
9 Er zit geen uitsteeksel [Lat. nodus] op zijn kap [Lat. apex], op zijn riem of op een ander kledingstuk.
10 Als hij iemand met de gesel wil slaan, en die werpt zich als een smekeling voor zijn voeten, is het een misdaad hem op die dag te geselen.
11 Alleen een vrijgeboren man mag het hoofd- en baardhaar van deze priester scheren.
12 De priester mag geen geit (6), geen geroosterd vlees, geen klimopplant (7) en boon (8) aanraken of bij naam noemen.
13 Hij loopt niet onder de loten van wijnranken die vrij hoog uitsteken (9).
14 Het bed waarin hij slaapt, moet aan het voeteind ingesmeerd worden met een dun laagje klei. Hij mag niet meer dan twee opeenvolgende nachten in een ander bed slapen. Zijn bed mag nooit beslapen worden door een ander. Aan het hoofdeinde van zijn bed moet een doosje staan met wat kleine offerkoekjes [Lat. strues] en een soort offercake [Lat. fertum, bereid uit fijne gerst, olie en honing] (10).
15 De afgeknipte vinger- en teennagels en het afgeknipte haar van de priester worden onder de grond gestopt aan de voet van een vruchtbare boom (11).
16 Voor de priester van Jupiter is elke dag een feestdag.
17 Zonder kap mag hij niet naar buiten. Dat hij thuis zijn kap wel mag afzetten, werd pas onlangs door de hogepriesters goedgekeurd, schrijft Masurius Sabinus.
18 En men zegt dat ook een aantal andere [verboden, red.] werden afgezwakt en dat hij van een aantal religieuze rituelen [Lat. caerimoniae] werd vrijgesteld.
19 Zuurdesem(brood) mag hij niet aanraken.
20 Zijn onderste tunica [Lat. tunica intima] trekt hij alleen thuis uit. Zo is hij nooit naakt onder de blote hemel, waar Jupiter hem als het ware kan zien.
21 Tijdens een gastmaal mag helemaal niemand, behalve de offerkoning [Lat. rex sacrificulus],
22 op een plaats gaan liggen met een hogere status dan die van de priester van Jupiter.
23 Verliest hij zijn vrouw, dan neemt hij afstand van zijn priesterambt. Het huwelijk van de priester kan niet worden opgeheven, tenzij door de dood.
24 Hij betreedt nooit de plaats waar de crematie [Lat. bustum] plaatsvindt, hij raakt nooit een dood lichaam aan.
25 Een begrafenis bijwonen mag dan weer wel.
26 Voor de vrouw van de priester van Jupiter zijn de religieuze rituelen bijna hetzelfde.
27 Men zegt dat ze andere - aparte - rituelen in acht neemt. Zo bedekt ze zichzelf met een geverfde doek,
28 en in haar sluier [Lat. rica] (12) zit een twijg van een vruchtbare boom.
29 Ook mag ze niet hoger dan drie treden op een ladder klimmen, tenzij het een Griekse ladder is (13).
30 En verder, als ze naar de Argei (14) gaat, maakt ze zich niet op en kamt ze haar haren niet.
31 En dan nog wat de pretor zegt over de priester van Jupiter en de Vestaalse maagd. "Tijdens de periode waarin ik bevoegd ben recht te spreken zal ik een priester van Jupiter en een Vestaalse maagd niet dwingen een eed af te leggen."Ik schreef het over uit zijn algemeen geldend edict [Lat. edictum perpetuum].
32 En hierbij ook de woorden van M. Varro over de priester van Jupiter (uit het tweede hoofdstuk van zijn boek Goddelijke aangelegenheden): "Enkel deze priester draagt een witte kap, hetzij omdat hij de hoogste priester is, hetzij omdat het geofferde dier voor Jupiter wit moet zijn (15).
Noten bij de vertaling
(1) De pretoren waren de (opperste) rechters bij geschillen tussen burgers. Bij de aanvaarding van hun ambt gaven ze de principes van hun rechtshandhaving aan in een edictum praetoris.
(2) De verboden die de priester van Jupiter worden opgelegd, zijn een van de meest karakteristieke kenmerken van de Romeinse religie en alle werken die aan deze religie zijn gewijd, gaan over dit thema: Marache (2002)
(3) Over het 'pomerium' of de heilige grens van Rome schrijft Gellius ook in NA 13.14.
(4) Ringen met een steen, massieve ringen, vertonen daarentegen gelijkenissen met boeien, of ketenen. Dat past niet bij de status van deze priester. Toegewijd aan een vrije, pure hemel, moet hij dat zelf ook zijn: Marache (2002) en Verger (1830)
(5) Een impluvium is een waterbekken in de vloer van het atrium ( = ontvangstruimte, hal) in oud-Romeinse huizen om regenwater op te vangen
(6) Omdat de geit wellustig was en stonk en vatbaar was voor epilepsie, zoals men in de oudheid geloofde. Er werd gevreesd, zegt Plutarchus, dat ze deze slechte eigenschappen overbracht: Verger (1830)
(7) Omdat, zegt dezelfde Plutarchus, klimop geen vruchten voortbrengt. Het is een zwakke plant die ondersteuning nodig heeft: Verger (1830)
(8) Plinius en Festus zeggen dat de Romeinen de boon associeerden met de doden: Verger (1830)
(9) Volgens Plutarchus duidt dit verbod op het feit dat de priester zich ver moet houden van dronkenschap: Verger (1830)
(10) Strues en fertum zijn de offerkoeken in het oude religieuze rituelen voor de landbouw.
(11) Er bestond een officiële lijst van vruchtbare bomen [Lat. arbores felices], opgesteld door de opperpriesters. Ze hadden dus een heilige waarde: Marache (2002)
(12) Een rica is een sluier die over het hoofd wordt geworpen en die door de Romeinse vrouwen werd gedragen tijdens het offeren (Gell. 10, 15, 28)
(13) Wat 'Griekse ladders' zijn is onzeker. Wellicht werd een persoon op een Griekse ladder minder aan de blikken van anderen blootgesteld dan op een gewone ladder.
(14) Argēī, ōrum m 1) 27 heiligdommen in Rome, waarbij op 16 en 17 maart door de opperpriester (pontifices) zoenoffers gebracht werden 2) 27 biezen poppen, die jaarlijks op 14 mei door de Vestaalse maagden als symbolisch mensenoffer vanaf de Pons Sublicius in de Tiber gegooid werden.
(15) Wit verzinnebeelde koninklijkheid: Rolfe (1946)
Literatuur
R. Marache, Aulu-Gelle. Les Nuits Attiques. Livres V-XV (Parijs 2002)
J. C. Rolfe, Gellius. Attic Nights. Books 6-13 (Londen 1952)
V. Verger, Les nuits Attiques d'Aulu Gelle II (Parijs, 1830)
Comments