top of page

17.19 Ontzeg jezelf eens een pleziertje, zegt Epictetus

Tinne Horemans

In dit essay lees je wat Epictetus meestal zei tegen losbandige mensen, waardeloze lui, die met al te veel enthousiasme lessen in de filosofie bijwonen. Ook voeg ik twee instructies voor een beter leven toe. Van al zijn praktische richtlijnen zijn die twee het nuttigst.

1 Volgens Epictetus zouden de meesten die zich uitgeven als filosoof, dit ἀνευ πραττειν, μεχρι του λεγειν doen: enkel met woorden, zonder daden. Dat is wat Favorinus me vertelde.

2 Nóg heftiger klinkt Epictetus in de compilatie die Arrianus maakte van wat Epictetus dagelijks preekte, De Colleges.

3 "Want wanneer Epictetus merkt", schrijft Arrianus, "dat hij te maken heeft met een man zonder enige gêne, die uitermate grof is en behept met een verdorven karakter, die overmoedig is en aanmatigend, die voor alles zorg draagt behalve zijn ziel, en als Epictetus daarbij ook tot de ontdekking komt dat zo’n snoeshaan lessen volgt in de filosofie en lezingen bijwoont, fysica studeert en logische vraagstukken bestudeert en analyseert (en heel wat andere raadsels), schreeuwt hij om de hulp van goden en mensen en zet de man tussen zijn wanhoopskreten door de bril op de neus: 'Oh kerel, waar stop je het toch allemaal? Kijk even of het vaatje leeg is. Want als je deze dingen in je zelfoverschatting stopt, bederft het. En als het gaat rotten, wordt het urine of azijn of nog wat ergers!'"

4 Het is absoluut zo: niets maakt meer indruk, niets is juister dan de woorden van deze filosoof - de allergrootste. Hij beweert dat filosofische teksten en theorieën, zodra die in leugenachtige en laaghartige mensen vloeien als in een smerige en besmeurde vaas, verdraaid, verknoeid en verminkt worden. Of: zoals hij dat zelf cynischer onder woorden bracht: urine worden of – als dat mogelijk is – iets smerigers dan urine.

5 Ook beweerde diezelfde Epictetus - voor zover ik dit gehoord heb van Favorinus - dat van alle ondeugden deze twee het schandaligst en afschuwelijkst zijn. De eerste is het het gebrek aan wilskracht: wanneer je leed, waarin je je zou moeten schikken, niet meer wil dragen en verdragen. De tweede is het gebrek aan maat: wanneer je jezelf bepaalde dingen en pleziertjes niet ontzegt, terwijl je dat eigenlijk wel zou moeten doen.

6 "Daarom", gaat hij verder, "wie deze instructies ter harte neemt, als leidraad gebruikt en ernaar leeft, zal het gros van de tijd niets verweten kunnen worden en zal een ongestoord leven kunnen lijden." De instructies die hij gaf, waren deze: hou vol en hou maat.’



Literatuur


René Marache, Aulu-Gelle. Les nuits attiques. Livres XV-XX (Parijs 2002)

John C. Rolphe, Gellius. Attic Nights. Books 16-20 (Londen 1946)​


Meer weten?

Tinne Horemans, Aulus Gellius’ Noctes Atticae: een selectie van essays met stoïcijnse en cynische thematiek voorzien van inleiding, vertaling en commentaar (eindwerk) (Brussel 2015), p. 42 en p. 69-70

Tinne Horemans, Kan het wat minder? Gellius’ afkeer van dikdoenerij. Hermeneus 88-4 (2016)

Over Favorinus lees je ook meer in: Tinne Horemans, Prikkelend, praktisch en een horzel in de pels. Favorinus in de Attische nachten. Hermeneus 91-2 (2019)

Comentarios


  • Facebook
  • Twitter
  • LinkedIn

©2021 door Attische Nachten. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page