Hier volgt een redevoering van Herodes Atticus over de betekenis en het belang van verdriet. Zijn visie zet hij kracht bij met een parabel over een domme boer die niet alleen de braamstruiken, maar ook de fruitbomen snoeide.
De redenaarsstijl van Herodes Atticus
1 In Athene hoorde ik Herodes Atticus, voormalig consul, een redevoering houden in het Grieks. Daarbij stelde hij de meeste redenaars van onze tijd ver in de schaduw. Zijn redevoering was zo veel rijker aan gedachten, zijn stijl een stuk verhevener. Veel bedachtzamer koos hij zijn woorden.
Herodes Atticus' betoog tegen de stoïcijnse gelatenheid
2 Met deze redevoering - tegen de stoïcijnse gelatenheid [Gr. ἀπάθεια] - diende hij een stoïcijn van repliek, die hem gezegd had, nogal bot, dat hij het verdriet om een geliefde jongen niet verdroeg zoals een filosoof of echte man dat hoorde te doen.
3 In zoverre ik het mij kan herinneren, reageerde Herodes ongeveer zo: "Geen enkele sterveling, waar ook ter wereld, die voelt en denkt volgens de natuur, kan zich helemaal los- of vrijmaken van gevoelens als verdriet, lust, angst, woede of genot (hij noemde die gevoelens παθη). En wie hier toch in slaagt, is niet beter af. Een geest die volledig losgekoppeld is van gevoelens wordt werkeloos en stompt af. Zonder gevoelens is het evenwicht zoek.
4 Iemands levenslust en geestdrift is afhankelijk van gevoelens", zei hij. "Gevoelens worden pas iets slechts, als ze té heftig zijn."
5 Samengevat, als we àlle gevoelens zonder onderscheid en zonder kennis van zaken uitschakelen, bestaat het gevaar dat ook nuttige en goede kanten van het temperament hierbij inschieten, omdat die afhankelijk zijn van gevoelens.
6 Gevoelens moet je daarom naar je hand zetten, vond hij. Gevoelens inperken moet bedachtzaam en met kennis van zake gebeuren: alleen dié gevoelens die tegen de natuur lijken in te gaan en dus schadelijk en destructief zijn, moet je uitschakelen. Doe je dat niet op deze manier, dan kan je precies hetzelfde overkomen als de onwetende, dwaze Thraciër in deze fabel, tijdens het bewerken van zijn veld. Een veld dat hem was toegewezen na zijn legerdienst.
Een fabel als illustratie
7 "Een Thraciër", vertelde Herodes, "trok van een heel verafgelegen en barbaars land naar de beschaafde wereld in de hoop op een fatsoenlijker leven. Van landbouw wist hij niets. Hij kocht een stuk grond met olijf- en wijnbomen, terwijl hij geen idee had hoe hij wijn- of olijfbomen moest onderhouden. Op een dag zag hij bij toeval hoe zijn buurman braamstruiken verwijderde die te hoog en te breed waren geworden. De essen snoeide de buurman bijna tot aan de top. De loten van de wijnranken, die zich breed uitstrekten over de aarde, trok hij uit vanaf de wortel. De lange, rechte scheuten van de fruit- en olijfbomen sneed hij weg.
8 De Thraciër ging naar hem toe en vroeg waarom hij al dat hout en gebladerte zo te lijf ging. ‘Ik wil op het veld weer plaats vrijmaken. Zo kunnen de bomen en de wijnranken welig tieren’, zei de buurman.
9 De Thraciër bedankte zijn buurman en liep vrolijk weg in de waan dat hij nu enig verstand van landbouw had. Hij nam een bijl en een zeis en snoeide in zijn beklagenswaardige onwetendheid al zijn wijnranken en olijfbomen, van de bomen sneed hij de takken met de meeste bloesem af, van de wijnranken de takken met de meeste druiven. Om wat plaats vrij te maken op zijn veld, trok hij niet alleen de doorn- en de braamstruiken uit de grond, hij trok alle struikgewassen los, ook die voor vruchten en fruit hadden kunnen zorgen. Het was een leerschool in doortastendheid en zelfvertrouwen, maar tegen welke prijs? Hij is nu specialist in verkeerd handelen door een slecht voorbeeld.
Gelatenheid leidt tot apathie
10 Supporters van de ἀπάθεια of de stoïcijnse gelatenheid willen graag gezien worden als beheerst, kalm en onverstoorbaar. Ze koesteren geen énkel verlangen, zijn nóóit verdrietig of boos en verlustigen zich in niéts. Maar een levendige geest verliest zo ook al zijn goéde kanten. Wie passief en apathisch in het leven staat, verlamt. Zijn lichaams- en geesteskracht teert steeds verder weg."
Literatuur
R. Marache, Aulu-Gelle. Les nuits Attiques. Livres XV-XX (Parijs 2002)
J.C. Rolfe, Gellius Attic Nights Books 1-5 (Londen 1946)
Meer weten?
Over Herodes en dit essay lees je meer in mijn artikel: Tinne Horemans, Herodes Atticus: een koele criticus in de Attische Nachten. Hermeneus 92-20 (2020) op deze website.
Comments