Het vergoddelijken en verheerlijken van podiumartiesten is verachtelijk. Een schande. Over deze kwestie ook een citaat van filosoof Aristoteles (1).
1 Een rijke jongeman (2), een leerling van de filosoof Taurus, dweepte met komedie- en tragediespelers, en verafgoodde muzikanten, alsof het vrije mensen waren (3).
2 Dit soort artiesten noemen de Grieken 'werkmannen van Dionysios' (4).
3 Omdat Taurus niet wilde dat de jongeman nog toenadering zou zoeken en om zou gaan met podiumartiesten, gaf hij hem een citaat uit Aristoteles’ Problemen. Taurus zei dat hij dit elke dag moest lezen:
4 Waarom deugen de meeste werkmannen van Dionysios niet? Omdat ze nauwelijks nadenken en filosoferen. Een groot deel van hun leven spenderen ze aan verachtelijke kunstvormen en de rest van hun tijd springen ze uit de band, soms zitten ze krap bij kas. Dit alles bederft je karakter. (5)
Noten bij de vertaling
(1) Geringschatting voor podiumkunstenaars was eigen aan de tijdsgeest. Veel Romeinen keken neer op deze beroepsklasse die vooral uit slaven en vrijgelatenen bestond. In de publieke opinie golden zij als arme sloebers die voor geld iedere rol aannamen. Ze werden gezien als arrogant, ontembaar en een gevaar voor de openbare orde. Dit beeld was hardnekkig. Vooral filosofen en leraren die jonge mensen opleidden, zagen in hen een groot gevaar. Afgezien van het feit dat de inhoud van een komedie of tragedie als verderfelijk en de tijd die men doorbracht in het theater als verspilling werd beschouwd, beschouwden zij ook de invloed van de podiumkunstenaars zelf als weinig bevorderlijk voor de geestelijke ontwikkeling van hun leerlingen. Het leven van een podiumkunstenaar draait om werk en zorgen over geld, hij heeft geen tijd geestelijke ontwikkeling.
(2) Taurus klaagt ook elders over jongeren die weinig interesse tonen voor filosofie, met name rijke jongeren, zie: NA 1.9.8-11 en NA 7.10.5.
(3) De onvrijheid lag vooral in feit dat ze zich voortdurend zorgen moesten maken over hun dagelijkse levensonderhoud.
(4) Een omschrijving die de toneel- en muziekspelers omvat.
(5) Problemata 725 f.
Literatuur
René Marache, Aulu-Gelle. Les nuits attiques. Livres I-IV (Parijs 2002)
John C. Rolphe, Gellius. Attic Nights. Books 1-5 (Londen 1946)
Comments