Chrysippus schetst in ritmische en beeldrijke taal een juist beeld van Justitia
1 Ongelooflijk is het. Wat schept Chrysippus een juist en mooi beeld van het gezicht, de ogen en de gelaatstrekken van Justitia, de godin van de gerechtigheid, in het eerste boek van Schoonheid en genot. Zijn woordkeus is sober en getuigt van grote eerbied.
2 Want wanneer hij een beeld schept van Justitia, zegt hij daar meteen bij hoe oude schilders en redenaars dat ongeveer deden: "Ze heeft een meisjesachtige schoonheid en lichaamsbouw, haar priemende blik is intens en boezemt angst in. Ze wekt bewondering vanwege haar strengheid. Die is niet kleinzielig of wreed, maar dwingt respect af."
3 De priester van Justitia is de rechter. Met dit beeld van Justitia wilde Chrysippus de lezer duidelijk maken dat de rechter indruk moet maken, gewetensvol moet zijn en streng. Verder moet hij onpartijdig zijn en ongevoelig voor vleierij. Medelijden kent hij niet, voor gemene lieden en overtreders van de wet is hij uitermate streng. Hij is trots, machtig en krachtdadig. Tot slot wekt hij ontzag: 'waarheid' en 'rechtvaardigheid' zijn krachtige begrippen, met een bijzondere betekenis.
4 Dit schreef Chrysippus zelf over Justitia: "Men zegt dat zij een maagd is, symbool van onverdorvenheid. Aan misdadigers geeft zij geen duimbreed toe. Ook zwicht zij niet voor lieve woordjes, spijtbetuigingen, smeekbedes of vleierij; niets daarvan. Daarom wordt ze vaak voorgesteld als streng en eerbiedwaardig, met een ernstig gezicht en een scherpe, doordringende blik. Zo boezemt zij angst in bij hen die de wet overtreden en wekt zij vertrouwen bij hen die de wet respecteren. De laatsten kijkt zij vriendelijk aan, de eersten met een vijandige blik."
5 Ik citeerde Chrysippus’ woorden zodat de lezer hierover meteen kan nadenken, en een eigen mening kan vormen. Want toen ik deze tekst voorlas, zeiden sommige filosofen, die een wat mildere leer aanhangen, dat dit geen beeld is van Justitia, maar van Wreedheid.
Literatuur
René Marache, Aulu-Gelle. Les nuits attiques. Livres XI-XV (Parijs 2002)
John C. Rolphe, Gellius. Attic Nights. Books 14-20 (Londen 1946)
Meer weten?
Tinne Horemans, Aulus Gellius’ Noctes Atticae: een selectie van essays met stoïcijnse en cynische thematiek voorzien van inleiding, vertaling en commentaar (eindwerk) (Brussel 2015), p. 43 en p. 73-74
Comments