top of page
Tinne Horemans

1.12 Een Vestaalse maagd wordt 'gegrepen'

Op welke leeftijd en onder welke naam werd een Vestaalse maagd door de hoogste priester [Lat. pontifex maximus] 'gegrepen'? En welke religieuze plechtigheden of feestelijkheden kwamen daarbij kijken? Uit welke families kwam zij? Wat was haar juridische status nadat ze 'gegrepen' was? Verder vermeld ik, zoals Labeo (1) schrijft, dat zij volgens de wet niet erft van iemand die geen testament heeft, ook kan niemand van haar erven als zij sterft zonder testament.


Wie kon een Vestaalse maagd worden?

1 Van al diegenen die over 'het grijpen van een Vestaalse maagd' (2) geschreven hebben, is Labeo Antistius (3) de meest nauwkeurige. Hij schrijft dat het moreel verkeerd is een meisje te 'grijpen' dat jonger is dan zes of ouder dan tien;


2 ook moet haar moeder of vader nog in leven zijn;


3 ze mag verder geen spraakgebrek hebben, geen gehoorprobleem of ander lichamelijk mankement;


4 het mag geen meisje zijn dat of zelf of van wie de vader uit de vaderlijke macht is bevrijd (4), zelfs als haar vader nog leeft en ze onder voogdij van haar grootvader staat (5);


5 geen van haar ouders mag in slavernij hebben geleefd of een oneervol beroep uitoefenen (6).


6 Ook schrijven ze dat meisjes van wie de zus al tot dit priesterambt is verkozen, recht hebben op een vrijstelling. Hetzelfde geldt voor meisjes wier vader een priester is van een bepaalde god (Lat. flamen) (7), of een vogelwichelaar (Lat. augur) (8), of één van de vijftien priesters die de Sibillijnse boeken bewaken, of één van de tien priesters die de maaltijd bezorgden bij de publieke spelen of lid is van het priestercollege dat bij bepaalde rituelen dansen uitvoert (9).


7 Wie in de regel ook een vrijstelling voor dit priesterschap krijgt: meisjes die verloofd zijn met een priester en de dochters van één van de priesters die de heilige trompetten wijden (9).


8 Bovendien schrijft Capito Ateius dat (10) dit ook zo is voor meisjes van wie de vader geen woning heeft in Italië en voor meisjes wier vader drie kinderen heeft.


9 Nu, zodra de Vestaalse maagd 'gegrepen' is, naar de tempel van Vesta geleid en aan de priesters overgeleverd, onttrekt ze zich - zonder officiële ceremonie van 'verlening van zelfstandigheid' of 'verlies van vrijheid' - aan de controle van haar vader, en verwerft ze het recht om een testament op te stellen.


Hoe ging dat 'grijpen' precies in z'n werk?


10 Volgens welke regels werd een jonge vrouw 'gegrepen' en met welke religieuze plechtigheden ging dit gepaard? Hierover zijn geen documenten uit vroegere tijden overgeleverd. We weten enkel dat het eerste meisje 'gegrepen' werd door koning Numa.


11 Wel hebben we de wet van Papius (11). En daarin staat dat de hoogste priester naar eigen goeddunken twintig jonge vrouwen uit het volk selecteerde. Via loting werd er tijdens de volksvergadering dan één meisje uitgekozen. Verder zegt de wet dat de hoogste priester haar 'grijpt' en dat ze zo een Vestaalse maagd wordt.


12 De keuze via loting, zoals beschreven in de wet van Papius, lijkt vandaag niet meer noodzakelijk. Want als een man met een gerespecteerde achtergrond zich bij de hoogste priester meldt en zijn dochter voor dit priesterschap aanbiedt, kan de priester haar kandidatuur - zorgvuldig rekening houdend met allerlei religieuze regels - in aanmerking nemen. Het is de senaat die haar benoemt, op basis van de wet van Papius.


Waarom de term 'grijpen'? En werd alleen een Vestaalse maagd 'gegrepen'?


13 Vermoedelijk zei men dat het meisje 'gegrepen' werd omdat de hoogste priester haar met de hand vastgreep en wegleidde van de ouder onder wiens macht zij stond, als was ze een krijgsgevangene.


14 Fabius Pictor schrijft in zijn eerste boek (12) de woorden op die de hogepriester moest uitspreken op het moment dat hij een meisje 'greep'. Dit zijn die woorden: "Ik grijp jou, Amata, jij die aan alle wettelijke voorwaarden voldoet, als Vestaalse maagd. Jij zal de heilige rituelen moeten uitvoeren die een Vestaalse maagd volgens de wet moet uitvoeren voor het Romeinse volk, de Quiriten."


15 Velen denken dat de uitdrukking 'gegrepen worden' enkel gebruikt wordt voor Vestaalse maagden. Maar men zei ook dat priesters van Jupiter (Lat. flamines Diales) 'gegrepen' werden, net als hogepriesters en vogelwichelaars.


16 L. Sulla schreef in het tweede hoofdstuk van zijn boek Wapenfeiten (13): "Publius Cornelius, die als eerste de bijnaam (Lat. cognomen) 'Sulla' kreeg, werd tot priester van Jupiter gegrepen."


17 In zijn betoog (14) tegen Servius Galba, schrijft M. Cato zegt over de Lusitaniërs: "Ze zeggen evenwel dat ze hadden willen overlopen. Ik wil het hogepriesterlijke recht perfect kennen. Word ik hierdoor al gegrepen tot hogepriester? Als ik de voorspellingskunst van de vogelwichelaars onder de knie wil krijgen, is er dan iemand die me om die reden tot vogelwichelaar grijpt?"


Juridische status & naam


18 Bovendien schrijft Labeo (15) in zijn Verhandeling over de Twaalftafelenwet: "Een Vestaalse maagd kan niet erven van iemand die geen testament heeft, en niemand kan van haar erven als zij geen testament heeft. Haar bezit zou dan naar de staatskas gaan. De juridische basis hiervoor is niet duidelijk."


19 Terwijl de hogepriester haar greep, noemde hij haar 'Amata'. Omdat volgens de overlevering het eerste meisje dat werd gegrepen ook zo werd genoemd (16).


Noten bij de vertaling


(1) Antistius Labeo was een beroemde jurist in de tijd van Augustus en rivaal van Ateius Capito.


(2) Het Latijnse woord capere (grijpen) sluit de noodzakelijkheid van toestemming, die van de familie of het meisje, uit.


(3) De Iure Pontificali, fr. 21, Huschke; 3, Bremer


(4) Een Romeinse vader had de macht over zijn kinderen (Lat. patria potestas) tot hij stierf, tenzij hij zijn burgerlijke rechten verloor door een of ander wangedrag, of zijn kinderen op vrijwillige basis 'uit de vaderlijke macht vrijliet' (Lat. emancipare).


(5) Als een zoon uit de vaderlijke macht werd bevrijd nadat hij kinderen had gekregen, bleven deze laatsten onder de controle van hun grootvader en waren het wettelijk wezen, en dus geen patrima en matrima.


(6) Over oneervolle beroepen, zie Cicero, De Officio, 1.150. Volgens lex Iulia Municipalis zijn dat bijvoorbeeld gladiatoren, gladiatorenbazen en bordeelhouders.


(7) flāmen, inis m flamen, priester v. één speciale god (er waren 3 flamines maiores uit patricische families, nl. de flamen Dialis voor Jupiter, de flamen Martialis voor Mars, de flamen Quirinalis voor Romulus, en 12 flamines minores uit plebejische families voor lagere goden, ook voor de als god vereerde keizers); Qflaminem inaugurare, prodere.


(8) augur, vogelwichelaar (lid v.e. priestercollege in Rome; de auguren leidden voorspellingen voor de toekomst af uit de vlucht en het gedrag v. vogels);


(9) Dit gebeurde tijdens het tubilūstrium, het feest v.d. wijding v.d. heilige trompetten op 23 maart en 23 mei;


(10) De Iure Pontificali, fr. 11, Huschke; 7, Bremer


(11) Aulus Gellius vermeldt de datum van de wet niet en die is ook niet bekend. De wet vormde waarschijnlijk een dam tegen priesterlijke willekeur, in een latere periode.


(12) Aan Fabius Pictor worden drie werken toegeschreven: Annales (Jaarboeken) in het Grieks (vaak geciteerd door Livius), Res Gestae (Wapenfeiten) in het Latijn en Liber de Jure Pontificali (Boek over het hogepriesterlijk recht).


(13) Sulla schreef deze memoires nadat hij afstand had genomen van zijn hoge positie. Tijdens het twaalfde hoofdstuk is hij gestorven. Het werk werd afgemaakt door zijn vrijgelaten slaaf Cornelius Epicadius. Fr. 2, Peter


(14) Servius Galba had de Lusitaniërs op verraderlijke wijze afgeslacht. Cato stelt dit aan de kaak in een redevoering die bekend geworden is onder de naam Contra Servium Galbam (Tegen Galba) of Pro direptis Lusitanis (Ten gunste van de afgeslachte Lusitaniërs).


(15) Frag. 24 Huschke; 2, Bremer. Het citaat dat Gellius aanhaalt, is een commentaar op de De Twaalf Tafelen, V.1.


(16) Er zijn nog veel andere redenen hiervoor gegeven, waarvan misschien de meest aantrekkelijke luidt dat deze naam afgeleid is van het Griekse ἀ·δάματα, ongetrouwd. Volgens Pruner (Hestia-Vesta, p. 276) is amata geen echte naam, maar betekent het 'geliefde.'


Literatuur


R. Marache, Aulu-Gelle. Les Nuits Attiques. Livres I-IV (Parijs 2002)


H. Pinkster, Woordenboek Latijn/Nederlands (Amsterdam 2003)


J.C. Rolfe, Aulus Gellius. The Attic Nights. Books 1-5 (Londen 1946)


Meer weten?


Een ochtend uit het leven van een Vestaalse maagd uit: 24 uur in het oude Rome – Philip Matyszak

Comments


bottom of page