top of page
  • Tinne Horemans

1.17 Waarom Socrates Xanthippe de deur niet uitzette

Over Socrates, die lijdzaam het onstuimige temperament (Lat. ingenium intractabile) van zijn vrouw verdroeg. En daarbij wat M. Varro in een satire schreef over de plichten van een echtgenoot.


1 Volgens de overlevering was Xanthippe, de vrouw van Socrates, buitengewoon prikkelbaar (Lat. morosa). Altijd zocht ze ruzie (Lat. iurgiosa). Dag en nacht ontstak ze in woede en had ze last van typisch vrouwelijke humeurigheden (Lat. molestiarum muliebrium).


2 Deze woeste optredens (Lat. intemperies) jegens haar man verbijsterden Alcibiades zo dat hij Socrates vroeg wat in hemelsnaam de reden (Lat. ratio) was waarom hij zo'n chagrijnige (Lat. acerbam) vrouw het huis niet uitzette.


3 “Wel”, zei Socrates, “wanneer ik thuis zo'n vrouwmens lijdzaam verdraag (Lat. perpetior), raak ik eraan gewend en oefen ik mezelf. Zo ben ik buitenhuis beter bestand tegen de brutaliteit (Lat. petulantiam) en de beledigingen van anderen.


4 In dezelfde geest schreef Varro in zijn Menippeïsche Satiren (1) met als titel De plichten van de echtgenoot: "De tekortkoming van de vrouw (Lat. vitium uxoris) moet je of verdelgen, of verdragen. Wie het gebrek verdelgt, maakt van zijn vrouw een aangenamer wezen. Wie het verdraagt, maakt zichzelf beter."


5 Varro’s woorden tollere [Nl. verdelgen] en ferre [Nl. verdragen] vormen weliswaar een elegante antithese, maar het is duidelijk dat Varro het woord tollere hier in de betekenis bruikt van corrigere [Nl. verbeteren].


6 Helder. Als de man een tekortkoming van zijn vrouw, van dien aard, niet kan verbeteren, moet hij ze verdragen, meent Varro. Natuurlijk voor zover hij die kan verdragen zonder in zijn eer te worden aangetast; gebreken zijn immers minder kwalijk dan daden die tot oneer strekken (Lat. flagitiis).


Noten bij de vertaling


(1) Fragm. 83, Bücheler: F. Bücheler, Petronii Saturae, adjectae sunt Varronis et Senecae saturae similesque reliquiae, ed. 6a, (W. Heräus), Berlin, 1922


Literatuur


R. Marache, Aulu-Gelle. Les Nuits Attiques. Livres I-IV (Parijs 2002)


J.C. Rolfe, Aulus Gellius. The Attic Nights. Books 1-5 (Londen 1946

bottom of page